Zo maak je de perfecte moestuin

Gezond eten en bewust worden van verse groenten is steeds meer en meer in trek. En moestuintjes worden ook steeds populairder! Een verband hoor ik je zeggen? Wie weet! Verser dan uit de tuin kan alvast niet. Wil jij ook vers eten uit de tuin, maar geen idee hoe je (moes)tuiniert? We geven je alvast een duwtje in de rug.

Vind de perfect plek

Wie de perfecte moestuin wil, moet eerst op zoek gaan naar de ideale plek. En dat is een met tonnen zonlicht! Groenten hebben namelijk minstens 6 uur per dag zon nodig. Naast licht is water een andere belangrijke essentie. Plaats je moestuin daarom niet dichtbij bomen. Hun wortels trekken water weg waardoor de groente niet goed kan groeien. Houd daarnaast ook rekening met een onkruidvrije plek met weinig schaduw.

photo-1557296691-edb10ad8da28

Alle begin is moeilijk ... en klein

Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd. Laat je daarom niet misleiden door je ambitie van een grote moestuin. Begin met een kleinere moestuin van max. 10m² zodat je weet waar je aan begint. Later kan je de moestuin altijd nog uitbreiden. Omdat je een kleiner perceel hebt, beperk je ook het aantal plantensoorten dat je kweekt. Zo’n 5 tot 10 soorten is meer dan genoeg voor je eerste moestuin. Kies daarbij ook planten die je echt wil gebruiken in de keuken.

Moestuinplan

Heb je de perfect plek gevonden en weet je de grootte van je moestuin en welke groenten je wil planten? Perfect! Dan kan je aan de slag gaan met een moestuinplan. Neem daarvoor pen en papier bij de hand en teken er op los. Teken de indeling van je moestuin en waar je de groenten gaat planten. Je kan ook altijd digitaal te werk gaan met online moestuinplanners.

Tip: Tijdens het plannen zet je best de planten per plantenfamilie op een rij. Deze rij schuif je telkens eentje op om bodemziektes en bodemmoeheid te vermijden. In totaal zijn er 6 families: kolen, peulen, aardappelen, knollen, vruchtgroenten en bladgroenten.

photo-1515150144380-bca9f1650ed9

Zaaien en planten

Eens de vorige stappen achter de rug zijn, is het eindelijk tijd om te zaaien. Hou hier rekening mee dat variatie troef is. Zaai geen te grote hoeveelheden van een soort, want dan ben je die snel beu gegeten. Hou ook rekening met de periode waarin je de zaadjes plant. Online vind je verschillende moestuinkalenders die je verder op weg kunnen helpen. 

Tip: Vergeet ook niet om telkens een etiketje van de plantensoort erbij te zetten. Zo vergeet je niet welke plant waar staat.

Kunnen je groene vingers nog wel wat groener worden?

Wij zetten je op weg met onderstaande blogs! Of schrijf je in op onze maandelijkse nieuwsbrief voor meer tips.

Scroll naar top